Een verleidelijke geur van koffie zweefde in de lucht van de bar “La Belle Epoque”.
John Zahno, de barman, schepte altijd op dat hij de beste barista van de hele stad was. Jarenlang had hij zich nauwgezet verdiept in de eigenschappen van alle verschillende soorten koffie. Alleen al door het aroma te ruiken kon hij het land van herkomst zien, tot welke variëteit het behoorde, op welke plantage het groeide, wanneer het was geplukt, wie de boer was en op welk tijdstip van de dag het was geoogst. Toen hij koffie zette, creëerde hij wonderen met het schuim. Hij maakte ongelooflijke beelden; ooit werd hij zelfs gezien terwijl hij de Sixtijnse Kapel zelf reproduceerde.
Twee klanten kwamen de bar binnen. John vond het heerlijk om te proberen te raden wat ze zouden bestellen: zou het een ristretto, een espresso, een macchiato, misschien een cappuccino zijn…? Hij was al van plan om over de geschiedenis van de Ethiopische Moka-koffie, de kopi luwak van Indonesië, of misschien de Jamaicaanse Blue Mountain te dwalen … Hij was helemaal opgewonden.
“Hallo, wat kan ik voor je halen?” vroeg hij verwachtingsvol.
“Een cola light voor mij en een grenadine voor mijn vriend”, antwoordde een van de klanten op zijn gemak.